Aankleedprocedure perslucht

Deze info is opgemaakt volgens de richtlijnen terug te vinden in de Brevet Opleiding BO1 en afbeeldingen afkomstig van Dräger website.

Brandweerkadet Module 2 Individuele bescherming p. 35 - p. 90 - Brevet Opleiding BO1

Doelstelling:

  • De kandidaat kan een ademluchtfles op correcte manier aan- en aftuigen.

Het praktisch gebruik van een ademhalingstoestel

Oefenen om zich goed uit te rusten met een ademhalingstoestel maakt het mogelijk om de behendigheid te verwerven die nodig is voor een wenselijke snelheid gelijktijdig met een onontbeerlijke veiligheid van goede opstelling/plaatsing.

Aan de volgende basisvoorwaarden moet alleszins voldaan worden:

  • het toestel moet door de gebruiker grondig worden gecontroleerd (druk, dichtheid, akoestischsignaal, gelaatstuk ....).
  • het toestel moet volgens de regels worden omgehangen.
  • het gelaatstuk moet correct worden opgezet.

Omhangen toestel

Bij het uitrusten met een ademhalingstoestel dat zich op de grond bevindt, voorzien van een volgelaatsmasker met beugels dient de volgende volgorde van de handelingen gerespecteerd te worden. Indien het toestel is uitgerust met een volgelaatsmasker met spin, dient de volgorde van de
handelingen nr. 8 en 9 en hieronder omgekeerd te worden.

Een gereviseerd en dus gebruiksklaar toestel moet:

  • het volgelaatsmasker verpakt hebben in een zak, enkel de ophangriem mag hieruit steken.
  • de fles is goed vastgemaakt op de rugplaat.
  • het longautomaat is vastgemaakt op de drager ervan met de buikriem.
  • het riemenset van het ademhalingstoestel is volledig geopend en losgemaakt.
  • de handgrepen van de rugplaat zijn binnen het bereik van de gebruiker.

Het volledige toestel werd uiteraard volledig gecontroleerd na het laatste gebruik ervan: controle van de flesdruk, de overdruk en de dichtheid van het masker.

Uitrustingshandelingen

  1. Het ademhalingstoestel is klaar om vastgenomen te worden.
  2. Helm afzetten en naast het ademhalingstoestel leggen.
  3. De longautomaat controleren en de luchttoevoer afsluiten (deze zal opnieuw openen bij de eerste inademing).
  4. De fles opendraaien.
  5. Het toestel aantrekken door dit over het hoofd te trekken en door dit op de rug te laten glijden - het kranenstelsel moet zich dan onderaan bevinden. De schouderriemen worden in dezelfde beweging aangetrokken.
  6. De buikriem sluiten en aanpassen. Deze moet het gewicht van het ademhalingstoestel dragen.
  7. De lengte van de schouderriemen aanpassen,
  8. Helm opzetten, kinband lossen en nekflap openen.
  9. Volgelaatsmasker opzetten.
  10. Longautomaat aankoppelen.
  11. Nekflap dichtdoen.
  12. Handschoenen aantrekken.

Controle van de volledige uitrusting door de andere teamgenoot - buddycheck.

Omhangen van het toestel in de wagen

Dit is het meest voorkomende geval voor het aantrekken van een ademhalingstoestel, gezien deze « gebruiksklare » wijze van opberging in het basisvoertuig van onze interventies, namelijk de autopomp.

Men dient te oefenen op deze situatie, daar deze wijze van omhangen van het ademhalingstoestel zal gebeuren tijdens het traject naar een interventie.

Uitrustinghandeling

Het toestel zal op de drager ervan in de zetelrugleuning geplaatst worden, met alle controles van het ademhalingstoestel en alle voorbereidingen van de riemen uitgevoerd tijdens de nazicht na de vorige interventie.

Tijdens het traject, zijn de handelingen de volgende:

  1. De longautomaat controleren en de luchttoevoer afsluiten (deze zal opnieuw openen bij de eerste inademing).
  2. De fles opendraaien.
  3. Het toestel aantrekken. De schouderriemen worden gelijktijdig aangetrokken.
  4. De buikriem sluiten en aanpassen. Deze moet het gewicht van het ademhalingstoestel dragen.
  5. De lengte van de schouderriemen aanpassen.
  6. Het volgelaatsmasker aan de nek hangen, door de draagriem.

Eens op de plaats van de interventie aangekomen, moet men:

  1. De helm opzetten, kinband lossen en nekflap openen.
  2. Het volgelaatsmasker aantrekken.
  3. De longautomaat aankoppelen.
  4. De nekflap dichtdoen.
  5. De handschoenen aantrekken.
  6. Controle van de volledige uitrusting door de andere teamgenoot.

Vervolgens moet men een buddy-check uitvoeren:

  1. Controleren of de beugels goed zitten.
  2. Kijken of er geen huid meer zichtbaar is.

Het dragen van de veiligheidsgordel is verplicht! De houder van het ademhalingstoestel is niet in staat om jou als persoon op zijn plaats te houden bij een eventuele botsing. Door het extra gewicht van dit toestel zal de impact bij een aanrijding bovendien nog veel groter zijn.

Afhangen toestel

Uitrustingshandelingen

  1. De luchttoevoer van de longautomaat afsluiten en deze loskoppelen van het volgelaatsmasker.
  2. De handschoenen uittrekken.
  3. Het volgelaatsmasker uittrekken en deze aan de nek laten hangen door de ophangriem.
  4. De riemband van het ademhalingstoestel volledig losmaken.
  5. Het ademhalingstoestel uittrekken via de schouderriemen, zoals men een rugzak uittrekt.
  6. Het ademhalingstoestel neerleggen door het volgelaatsmasker los te maken.
  7. De fles dichtdraaien.
  8. Het ademhalingstoestel ontluchten.
  9. Het ademhalingstoestel moet nu opnieuw klaargemaakt worden voor de volgende interventie.

Wisselen van fles

Uitrustingshandelingen

Deze handeling gebeurt hetzij met het ademhalingstoestel op de grond of op een drager, hetzij op de rug van een drager.

  1. De te vervangen fles dichtdraaien en het ademhalingstoestel ontluchten.
  2. De spanbandenlosmaken en deze losschroeven.
  3. De fixatieband losmaken door de spanningsnok te kantelen en deze band los te maken.
  4. De fles afnemen.
  5. De nieuwe fles nemen en de stofdop ervan verwijderen.
  6. De O-ring op de aansluiting van de primaire reduceerklep controleren.
  7. De nieuwe fles plaatsen door eerst de aansluiting van de primaire reduceerklep vast
    teschroeven. Nooit met een tang aandraaien, maar de grendel (de rem) van de vulaansluiting opzetten.
  8. De lengte van de band aanpassen en deze vervolgens aanspannen met de spanningsnok. Het riemoverschot aanpassen en opbergen in de voorziene boordband.
  9. De fles opendraaien, de druk controleren.

Vervolgens komen dezelfde controlehandelingen als in de volgorde voor het aantuigen van het ademhalingstoestel.

Persluchthygiëne na inzet

Uitrustingshandelingen

  1. Zorg dat het toestel onder druk staat en spoel af met zachte straal.
  2. Het ademhalingstoestel moet nu ter controle naar persluchtlabo.

Gedragsregels

Niet iedereen is in staat om te werken met een adembeschermingstoestel. De zogeheten persluchtdrager moet niet alleen zijn ademhaling perfect kunnen regelen, hij moet zich ook op een andere manier kunnen oriënteren en zich voortbewegen. Om de opdracht correct, systematisch en
veilig te kunnen uitvoeren, moeten een aantal duidelijke gedragsregels gevolgd worden.

Bovendien zijn aan het werken met een adembeschermingstoestel een aantal persoonlijke vereisten verbonden:

  • De persluchtdrager moet lichamelijk geschikt zijn. Dat moet blijken uit een medische keuring die periodiek herhaald wordt.
  • De persluchtdrager moet een stabiele persoon zijn met voldoende zelfbeheersing. Hij moet tenslotte onder ongunstige omstandigheden met overleg kunnen werken.
  • De persluchtdrager kent de werking van het adembeschermingstoestel door en door en beheerst de ademhalingstechnieken.
  • De persluchtdrager kent de gevaren die hem bedreigen en weet ze perfect in te schatten.
  • De persluchtdrager is grondig getraind in het werken met het adembeschermingstoestel in ongunstige omstandigheden (warmte, rook, onbekende omgeving ...).

Het oefenen van het werken met perslucht moet tot doel hebben dat de persluchtdrager vertrouwd raakt met zijn toestel in omstandigheden die progressief oplopend de reële situatie benaderen waarin hij kan terechtkomen. Bij iedere oefening verkent de persluchtdrager zijn eigen grenzen. Als fysieke training zijn lopen en fitness aan te bevelen (verbetering van de ademhalingscontrole onder zware omstandigheden). Een belangrijke regel, zeker voor een persluchtdrager luidt: Een getrainde brandweerman ondergaat zijn ademhaling niet, hij controleert ze!